Pleidooi voor een betere financiële kennis in familiebedrijven

Patrick De Schutter

De afgelopen maanden heb ik met veel eigenaars van familiebedrijven gepraat, ook in de context van assessments van hun zonen en dochters, over het niveau inzake de financiële kennis in de gemiddelde familiebedrijven, bij de eigenaarsfamilies.

Daaruit blijkt dat de overgrote meerderheid toegeeft dat het met die financiële kennis meestal niet al te snor zit. Zelfs indien de personen die nu aan het roer staan en/of hun kinderen een economische opleiding hebben gevolgd, is dat geen garantie op een parate financiële kennis omdat het hele domein van de financieel-boekhoudkundige kennis meestal deel uitmaakt van specifieke optierichtingen in de studies Master Handelswetenschappen waardoor slechts een handvol mensen zich daar ook daadwerkelijk in verdiept.

Nadien, wanneer de eerste stappen in het bedrijfsleven worden gezet en daarna de overstap naar het familiebedrijf wordt gemaakt, is dat meestal niet naar de financiële afdeling. Ik zie zelfs weinig gevallen waar een kandidaat-opvolger tout court een tijdje mag doorbrengen op de financiële afdeling om wat meer voeling te krijgen met de cijfers en beter de link te kunnen leggen tussen de operationele performantie van het familiebedrijf en de financiële vertaalslag ervan.

In de afgelopen twintig jaar, te beginnen met de grote hervorming van de Vennootschapswetgeving van 2002, werden in sneltempo audit- en financiële comités opgericht in de schoot van de Raad van Bestuur, ook in veel familiebedrijven van een zekere omvang waar ik al jaren mee samenwerk.

De familie, als eigenaar, waarvan je terecht mag verwachten dat ze een bijzondere en gezonde interesse hebben in de financiële toestand van hun bedrijf, probeert dikwijls ook een rol te spelen in deze audit- en financiële comités. Maar dan is er natuurlijk wel een vereiste dat je als familiant ook een minimale kennis en zeker een begripsvermogen moet hebben met betrekking tot de materie en de specifieke thema’s die in dergelijke comités op de agenda komen. Een van de ergste zaken is dat je als familiale eigenaar niet of slechts ten dele begrijpt wat in die comités gezegd wordt en dat je zelfs niet durft vragen om zaken te verduidelijken, omdat je niet wilt toegeven dat het je petje te boven gaat.

Onlangs gaf ik nog een stoomcursus financiële kennis voor een selecte groep van eigenaars van familiebedrijven en het was verbazend te moeten vaststellen dat begrippen zoals EBITDA, Free Cash Flow, ROCE (Return on Capital Employed), werkkapitaal, waardeverminderingen op voorraden enz... slechts door een handvol mensen kon worden gedefinieerd en herkend. Sommigen zullen stellen dat je daar toch een CFO of een boekhouder voor hebt, maar daar gaat het niet om: het gaat over jouw geld en vermogen en dus denk ik dat het aangeraden is een minimum aan financiële kennis te hebben om toch de grote lijnen te kunnen volgen en zeker in discussies met je CFO of binnen je auditcomité als je er een hebt te kunnen identificeren waar zich eventuele pijnpunten situeren om daar dan gericht en met de nodige opvolging en betrokkenheid te kunnen op ageren.

Wij zijn meer dan vijftien jaar geleden met het Het Familiebedrijf begonnen met het geven van de cursus “financiële kennis voor niet-specialisten” in de Opleiding “Bestuurder in het Familiebedrijf” en dat is een initiatief dat steeds zeer veel volk heeft getrokken. Daaruit is een andere interessante stroming ontstaan, namelijk een aantal van de cursisten die me aangesproken heeft om dergelijke cursus op maat en aangepast aan de kennis en vooropleiding van alle familianten van hun familiebedrijf te ontwerpen, waar gedurende één of enkele namiddagen of dagen de belangrijkste aspecten van het hele domein van het financieel beleid van het familiebedrijf worden doorlopen om zo de gemeenschappelijke kennis en het begrip van de hele familie op een hoger niveau te brengen, dit aan de hand van een aantal cases en praktijkoefeningen die inspelen op de specifieke activiteiten of sector van het familiebedrijf in kwestie. Het geeft het voordeel dat je, in volledig besloten kring, onder elkaar vrijuit kunt spreken, samen cases uitwerken en in groep bespreken, en dus samen sterker en beter worden.

Tenslotte, het weze gezegd, het gaat over jouw geld, jouw vermogen en jouw financiële situatie en toekomst. Wie wil daar nu niet een beetje van zijn of haar kostbare tijd in investeren, toch?


Patrick De Schutter
Mede-oprichter en co-gedelegeerd-bestuurder Het Familiebedrijf
Onafhankelijk Bestuurder-Adviseur en Assessor van kandidaat-opvolgers van familiebedrijven

- 07/05/2024

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer